Langs de zuidkust van IJsland rijden we naar het oosten en bezoeken dan natuurlijk de tongen van het Vatnajökull ijsveld en de bekende fotostop Vestrahorn.
Kirkjubæjarklaustur
Onze eerste stop na Vik is Kirkjubæjarklaustur. Stromende regen, dat bracht Kirkjubæjarklaustur voor ons. Gelukkig hadden we een ruim appartement, zodat we redelijk comfortabel op betere tijden konden wachten. Het oorspronkelijke plan was om in Kirkjubæjarklaustur te blijven en van daar heen en terug te rijden naar Landmannalaugar om te fotograferen langs de fraaie (onverharde) F-weg naar deze locatie. Regen en wind maakte dit echter totaal onmogelijk. Het enige dat we in Kirkjubæjarklaustur hebben kunnen doen was het bezoeken van een aantal kleinere bezienswaardigheden in de nabije omgeving waaronder Kirkjugolf, de waterval Stjornafoss en de Fjadrargljufur kloof. Deze laatste kloof staat bekend als één van de ‘must do’ bezienswaardigheden in IJsland, zeker nadat Justin Bieber hier een video clip heeft opgenomen. Ik was hier in 2006 geweest en de kloof maakte toen op mij geen buitengewone indruk. Wellicht zou het nu anders zijn….hoopte ik. Niet dus.
We bezochten de kloof op een middag toen het na de eindeloze regen ineens zonnig was. De tegenstelling met mijn herinnering uit 2006 was groot. In 2006 was alles bij de kloof puur natuur. Toeristische infrastructuur was er niet met uitzondering van een primitief paadje langs de kloof. Nu was er een grote parkeerplaats met toiletten en er waren brede wandelpaden aangelegd met hekken om te voorkomen dat je buiten het pad zou komen. Druk was het gelukkig niet, maar een echte natuurbeleving was het bezoek toch ook weer niet. En de kloof zelf? Fraai, dat wel, maar net als in 2006 maakte het toch geen onuitwisbare indruk. Wellicht dat de vliegende storm met windkracht 11 mijn beleving negatief beïnvloed heeft.
Gletsjers
Van Kirkjubæjarklaustur rijden we naar Höfn, waar we een paar dagen blijven om verschillende gletsjertongen van het Vatnajökull ijsveld en Vestrahorn te bezoeken.
Onderweg zijn we natuurlijk langs gegaan bij de bekende ijsmeren Fjallsarlon en Jökullsarlon. We bleven echter niet lang bij deze toeristische hoogtepunten, want hoe mooi ook, ik heb hier in het verleden heel al heel veel gefotografeerd. Hoogtepunt was hier dat ik prima met de drone heb kunnen fotograferen bij ondergaande zon boven Fjallsarlon.
Wat me opviel is dat de ijsmeren nogal veranderd zijn. In Fjallsarlon dreven veel meer ijsbergen dan vroeger, terwijl in Jökullsarlon vrijwel geen ijsbergen meer dreven. Dit laatste was me ook al opgevallen in 2011. Kennelijk is de tijd dat dit ijsmeer vol lag met ijsbergen verleden tijd. Het ijsmeer is natuurlijk nog steeds fraai, maar vroeger was het met de vele ijsbergen beslist indrukwekkender.
Veel tijd hebben we doorgebracht bij de gletsjertongen verder naar het oosten in de buurt van Höfn. Ze zijn wat lastiger bereikbaar, vaak heb je een 4WD nodig, en dat maakt dat er niet veel toeristen komen. De tongen en ijsmeren zijn echter zonder meer fraai en doen zeker niet onder voor hun bekendere varianten Jökullsarlon en Fjallsarlon. Gelukkig hadden we prima weer zodat er uitgebreid gefotografeerd kon worden.
Vestrahorn
Vestrahorn ligt een kwartiertje rijden van Höfn. Het is één van de bekendste fotolocaties van IJsland. Duizenden fotografen zijn er geweest om het iconische bergmassief te fotograferen. Toen ik er voor het eerst kwam in 1998 was het relatief onbekend en kwam je er bijna niemand tegen. Tegenwoordig is het verworden tot een locatie waar je moet betalen voor toegang en waar iedere fotograaf die IJsland bezoekt gefotografeerd moet hebben. Iedere cursus over landschapsfotografie in IJsland, en dat zijn er nogal wat, moet er aandacht aan besteden. Op internet circuleren dan ook duizenden, zo niet tienduizenden foto’s van het Vestrahorn massief spiegelend in het natte lavazand van het nabijgelegen strand. Ook het massief met een voorgrond van duinen met gras is een favoriet. Erg creatief is het allemaal niet meer want iedere foto die je zou kunnen bedenken is al duizenden keren gemaakt. Het blijft echter zonder meer een fraaie locatie.
Ik had dus nogal wat dualistische gevoelens bij dit bezoek aan Vestrahorn. In de loop van een paar dagen zijn we er verschillende malen geweest, maar gelukkig viel het mee met de drukte. We zagen wel andere fotografen, maar veel waren het er niet. Kennelijk is de gemiddelde fotograaf een mooi weer fotograaf en zijn de ontberingen van een herfstreis toch een brug te ver.
Tsja en wat voor foto’s maak je dan als alles al duizenden keren is gefotografeerd. Ik heb wat met de drone gevlogen, maar de harde wind maakte goede drone fotografie vrijwel onmogelijk. Daarnaast heb ik een aantal klassieke foto’s geschoten, met het idee dat ik er later in Photoshop wel iets mee zou doen.
Van Vestrahorn naar het Myvatn
Van Höfn reden we eerst naar Egilstadir waar we overnachtten. Vandaar over een (lage) hoogvlakte door naar het Myvatn. Over dit stuk van de trip valt helaas weinig te zeggen, want het weer was draconisch slecht. Regen en storm, later op de hoogvlakte tussen Egilstadir en Myvatn overgaand in hevige sneeuwval. Bij vertrek uit Höfn was het allemaal nog redelijk. Harde wind, dat wel, maar wellicht zou het min of meer droog blijven. Niet dus, want een uurtje na vertrek begon het te stromen van de regen en dat hield pas op toen we aan het eind van de middag in Egilstadir aankwamen. Fotograferen langs de fraaie noordoost kust was dus helaas andermaal onmogelijk. Andermaal, want ook in 2011 hadden we hier buitengewoon slecht weer.
De volgende dag was het weer van hetzelfde laken en pak. ’s Ochtends vroeg min of meer droog, maar vanaf een uur of 10 regen en later overgaand in sneeuw. Toen op de hoogvlakte uiteindelijk de sneeuw op de weg bleef liggen, begon ik me te realiseren, dat we haast moesten maken, want de weg zou wel eens afgesloten kunnen worden. Dat zou betekenen dat we ons guesthouse bij het Myvatn niet meer zouden kunnen bereiken. Zo ver kwam het gelukkig niet, want toen we eenmaal de hoogvlakte verlaten hadden ging de sneeuw weer over in regen. Tegen zessen bereikten we het Myvatn. In de stromende regen; dat wel