Na ons bezoek aan Moremi rijden we over de asfaltweg via Nata, Kasane en Ngoma Bridge naar de Caprivi strip in Namibië.
De Makgadikgadi zoutpan
Vanuit Maun kan je op twee manieren naar Kasane in het uiterste noordoosten van Botswana rijden. De avontuurlijke route is binnendoor over (slechte) onverharde wegen dwars door het Chobe Nationaal Park. Ik had deze weg al een aantal keren gereden en afgezien van het avontuur om door de bush te rijden is de route in de droge tijd niet heel spectaculair. Daarom kozen we dit keer de langere meer comfortabele asfalt route via Nata. Extra bonus bij deze zuidelijke route is dat je langs de enorme Makgadikgadi zoutpan rijdt. Een bezienswaardigheid waar we een paar dagen bleven om te fotograferen. Opvallend was dat de zoutpan dit jaar erg droog was. Zelfs het laatste water in het Nata vogelreservaat was daardoor verdampt. Helaas dus geen Pelikanen en Flamingo’s in dit vogelreservaat
Kasane
Na de Makgadikgadi zoutpan reden we door naar Kasane, de belangrijkste toegangspoort tot het Chobe Nationaal Park. We bleven hier 6 dagen en hoewel ik hier al vaak geweest was, stelde het wederom niet teleur. De enorme hoeveelheid dieren die in de droge tijd langs de Chobe rivier verblijft is altijd weer een fascinerend schouwspel. Voor een natuurfotograaf is Chobe een El Dorado, te meer daar je in het park je eigen gang kunt gaan en de dieren weinig schuw zijn. Uitgebreide mogelijkheden dus om de dieren rustig te observeren en hun gedrag te fotograferen.
De Caprivistrip
Het merkwaardige uitsteeksel van Namibië naar het noordoosten wordt de Caprivistrip genoemd. Het is een overblijfsel uit de koloniale periode toen de westerse koloniale mogendheden Afrika verdeelden. Mopane wouden en een aantal grote rivieren bepalen het beeld. Het is er daarom voor Namibische begrippen behoorlijk vochtig. In de 90-er jaren van de vorige eeuw heeft de strip nogal te lijden gehad van diverse oorlogen: de Namibische onafhankelijkheidsstrijd en de burgeroorlog in het buurland Angola. Soldaten die hier gelegerd waren, schoten op alles wat bewoog hetgeen de wildstand natuurlijk decimeerde.
Toen ik er in 2008 voor de eerste keer kwam vond ik het gebied dan ook nogal teleurstellend. Sindsdien is een groot deel van de Caprivistrip nationaal park geworden en zijn strenge maatregelen genomen om het wild te beschermen. Ik was dus benieuwd hoe de situatie nu is. Het viel zeker niet tegen. We bezochten de nationale parken Mudumu en het meest westelijke deel van het immense Bwabwata. In beide parken zagen we vooral langs de rivieren veel dieren: Olifanten, Buffels, verschillende soorten Antilopen, Leeuwen en een Luipaard. De Caprivistrip is dus zeker een bezoek waard. Dit te meer omdat de wouden in de strip een interessant contrast vormen met de woestijnen in de rest van Namibië
De Caprivistrip is ook het meest Afrikaanse deel van Namibië. Buiten de Caprivistrip meer naar het zuidwesten word je toch vaak herinnert aan het Duitse koloniale verleden. Op sommige plaatsen waan je je zelfs ergens in Duitsland. Niets van dat alles in de Caprivistrip. Dit is echt Afrika, met veel van die typische Afrikaanse dorpjes. Als afwisseling op de eindeloze stoet dieren bezochten we een aantal van deze dorpjes om ook mensen te fotograferen.