Van het Kenai schiereiland rijden we eind september via Anchorage over de Glenn Highway naar het Wrangell-St Elias National Park in het oosten van Alaska.
De Glenn Highway
Deze weg die Anchorage verbindt met Glennallen in het oosten van Alaska, loopt door een aantal schitterende natuurgebieden. Ik had deze weg in het verleden al een paar keer gereden maar veel indruk had het toen niet gemaakt. Waarom deze keer dan wel? Misschien omdat herfstkleuren het landschap domineerden…omdat we veel tijd hadden….wie zal het zeggen. Hoe het ook zij, de Glenn Highway was dit keer beslist een hoogtepunt. Vooral het stuk tussen Chickaloon (de naam alleen al…) en de Eureka Pass was de moeite meer dan waard. Na de Eureka Pass wordt het landschap wat minder interessant, maar net voordat je in Glennallen komt, heb je dan nog met helder weer een geweldig uitzicht op de Wrangell Mountains.
Wrangell-St Elias National Park
Dit nationale park is groter dan Nederland en daarmee het grootste in de Verenigde Staten. Het is een wildernis met hoge bergen, diepe dalen, gigantische ijsvelden en kale toendra’s. Alleen de lagere delen van het park zijn bedekt met boreale wouden. Mount St Elias is met 5489 meter de hoogste top. Er zijn maar twee wegen in het park, beide onverhard en van matige kwaliteit. Kortom, het is best een uitdaging om iets van dit immense park te zien.
De McCarthy road
Min of meer in het centrum van het park ligt de voormalige kopermijn van Kennecott met vlak daarbij het gehucht McCarthy, dat verbonden is met de beschaving via één van die onverharde wegen: de McCarthy road. Centraal gelegen en bereikbaar met de auto: McCarthy zou dus onze basis moeten worden. Helaas was er één probleem. Het was al eind september toen wij er waren. Het zomer seizoen was voorbij, de toeristen waren verdwenen en dus was McCarthy totaal verlaten. Alle accomodaties van hotels tot camping waren gesloten.
Chitina
Het beste alternatief met een hotel bleek Chitina, een piepklein plaatsje op de grens van het park. We verbleven dus een paar nachten in Hotel Chitina om van daaruit dagtochten te maken naar McCarthy. Achteraf bezien een prima oplossing, want het historische hotel Chitina was op zich zelf al een bezoek waard. Ook de McCarthy road van Chitina naar McCarthy is het rijden meer dan waard. De weg loopt door een spectaculair landschap dat nog eens extra fraai werd door alle herfstkleuren. Daarbij, als extra bonus, geen toeristen….het landschap was voor ons alleen; totaal verlaten. Heel veel te zien en in alle rust te fotograferen dus onderweg. Zo veel dat we steeds een uur of 7 nodig hadden om de 95 km van Chitina naar McCarthy te rijden. ’s Avonds laat met donker terug in het hotel in Chitina was dus ons lot!
De Nabesna road
Naast de McCarthy road is er nog een tweede onverharde weg die het Wrangell-St Elias National Park invoert. Vanuit het noordoosten loopt de Nabesna Road van het gehucht Slana naar de voormalige Nabesna goudmijn. We verbleven daarom ook een paar nachten in Slana en maakten van daaruit dagtochten in het park. De Nabesna road is vlakker en minder spectaculair dan de McCarthy road. Pas aan het eind in de buurt van Nabesna kom je echt in de bergen en daar hebben we dan ook de meeste tijd doorgebracht.
Door op de foto’s te klikken krijgt u een grotere versie te zien met achtergrond informatie.